Bomen en lichtmasten worden vaak om en om in een rechte lijn geplaatst. Door de boven- en ondergrondse groei van een boom leidt dit in de meeste gevallen tot problemen. Bovengronds worden de kronen te groot en belemmeren de lichtval op de weg. En bij graafwerkzaamheden om leidingen te herstellen worden boomwortels beschadigd. In de ontwerpfase kunnen veel problemen worden voorkomen, door rekening te houden met de volwassen afmetingen van de bomen, boven- en ondergronds, en door alternatieven voor de opstelling te zoeken.