Klimplanten
Klim- en leiplanten worden geleid tegen gebouwen, muren en langs pergola’s. Bij historische gebouwen, zoals landgoederen en kastelen, zien we ze ook toegepast in loofgangen (berceau) en latwerk (trellis). We onderscheiden twee soorten klimplanten.
- Klimmers met hechtwortels: deze zijn zelf in staat om op eigen kracht tegen een muur op te groeien. Planten zoals een wingerd groeien op eigen kracht tegen gevels.
- Klimmers met ranken: deze hebben begeleidingshulp nodig zoals een draad of latwerk om zich aan te hechten. Voorbeelden zijn Blauwe Regen (Wisteria) en Bosrank (Clematis).
De meeste klimplanten zijn houtige gewassen en kunnen zeer oud worden. Het is raadzaam de juiste klimmer te combineren met het juiste klimobject. Een Wisteria kan met gemak acht meter hoog worden en zal dus niet voldoende hebben aan een kleine pergola. Verstandiger is het om dan te kiezen voor klimplanten met beperkte hoogte zoals Berchemia racemosa of Akebia quinata (Schijnaugurk). Zelfhechtende klimplanten kunnen schade aan gebouwen veroorzaken. Een goed advies is dus ook bij de toepassing van klimplanten noodzakelijk.
Uw adviseurs