Tilia americana 'Redmond' (Amerikaanse linde Redmond) werd gevonden door boomkweker C.M. Redmond in zijn tuin in de jaren 1920 en werd op de markt gebracht vanaf 1927 door Plumfield nurseries in Fremont, Nebraska, Verenigde Staten. In eerste instantie werd gedacht aan een hybride met Tilia x euchlora, maar inmiddels toch onder Tilia americana geschaard. Dit is de Amerikaanse linde met de beste tolerantie voor stedelijke omgevingen. Deze snelgroeiende boom heeft een rechtopgaande groeiwijze en uniforme hele nette piramidale kroonstructuur. Hij blijft een beetje kleiner, dichter en meer compact dan de andere cultivars. Op latere leeftijd wordt de kroonvorm ovaal, maar blijft relatief compact en opgaand van structuur. De stam blijft opvallend kaarsrecht en de takken hangen minder door dan bij de soort. De boom bereikt een uiteindelijke hoogte van twintig tot vijfentwintig meter, met een breedte van circa tien tot twaalf meter.
De lichtgroene bladeren van Tilia americana 'Redmond' zijn groot, breed eivormig met een hartvormige basis en een grof gezaagde bladrand. De bladeren zijn opvallend groot in vergelijking met andere lindes, soms tot 20 cm lang en lichter groen en sterker behaard dan de soort. In juni verschijnen geurige, lichtgele bloemen in hangende tuilen. Deze bloemen zijn rijk aan nectar en pollen en trekken veel bijen en andere insecten aan. Na de bloei ontstaan viltig behaarde ronde, gessteelde nootjes met een licht geribbelde structuur. De schors is glad en grijs bij jonge bomen, maar wordt met de jaren grover en onregelmatig gegroefd. De twijgen zijn stevig, olijfgroen tot bruin.
Tilia americana 'Redmond' is zeer geschikt voor lanen, straten, parken en grote tuinen, vanwege zijn snelle groei, forse bladvolume en strakke kroonvorm. De boom presteert goed in zowel stedelijke als landelijke gebieden en is zeer tolerant voor luchtvervuiling, droogte, hitte en verharding. Ook wind vormt geen probleem, maar hij is wel gevoelig voor zeewind. Amerikaanse linde Redmond groeit het best op voedzame, goed doorlatende gronden, maar groeit op alle grondsoorten zolang ze niet te droog zijn. De boom is nauwelijks gevoelig voor bladluizen en staat het liefst in de volle zon tot lichte schaduw.