“De Meelfabriektuin toont hoe een voormalig fabrieksterrein kan veranderen in een levendige stadsoase.”
De tuin ontworpen rondom De Meelfabriek laat zien hoe een voormalig fabrieksterrein kan transformeren tot een levendig stuk stadsgroen. Door slim gebruik te maken van de beperkte ruimte, beplanting en duurzame technieken ontstaat een plek die geschiedenis en toekomst met elkaar verbindt. Het complex bestaat uit tien rijksmonumenten en vier nieuwbouwpanden. Na de transformatie is de voormalige fabrieksfunctie gewijzigd in woonruimte, horeca, kantoor, sport, winkels, kunst en cultuur. Ook is er onder een deel van het park een parkeergarage aangelegd.
In het hart van het complex is een bijzondere stadstuin gerealiseerd: De Meelfabriektuin. Deze groene oase verbindt het verleden van het terrein met de toekomst van de stad en vormt een belangrijk onderdeel van het Singelpark: de 6,5 kilometer lange groene ring rond de binnenstad. De beplanting in deze tuin is zo gekozen dat beleving van de seizoenen optimaal is en daarnaast biedt het bezoekers en bewoners een rustpunt te midden van de bebouwing. Tegelijk maakt de tuin deel uit van de wandelroute van het Singelpark, waardoor ook voorbijgangers de ruimte kunnen beleven. De overgang tussen de gebouwen en de tuin is bewust vloeiend gehouden, zodat binnen en buiten in elkaar overgaan.
Locatie en context
De Meelfabriektuin ligt aan de oostzijde van de Leidse binnenstad, aan de rand van de vesting. Het gebied maakte ooit deel uit van een omvangrijk industrieterrein waar decennialang meel werd geproduceerd. In de herontwikkeling is de oorspronkelijke structuur van het terrein behouden: robuuste gebouwen, betonnen elementen en open binnenruimtes vormen de achtergrond voor de nieuwe tuin. Daarmee is het niet slechts een binnentuin voor bewoners, maar een publiek toegankelijke buitenruimte die onderdeel is van de stedelijke parkroute. Onder een deel van de tuin is een parkeergarage aangelegd, waardoor er in dat deel feitelijk een daktuinsituatie is ontstaan.
Ontwerp en sfeer
Het ontwerp van de tuin is eenvoudig in opzet, maar rijk in detaillering en beleving. Een betonnen rand rondom de plantvakken vormt een duidelijk kader en verwijst naar de industriële geschiedenis van de plek. Binnen dat kader slingeren paden en wisselen open en dichte beplantingszones elkaar af, zodat bezoekers steeds een nieuw perspectief ervaren. Deze paden zijn toegankelijk door verlaagde delen in de omkadering, de paden zelf volgen een vloeiende, meanderende lijn en leiden naar schaduwrijke zitplekken en plekken met een fraai uitzicht. Hoogteverschillen en terrassen zorgen voor afwisseling in schaal en perspectief. Het gebruikte meubilair is zeer terughoudend toegepast. Zo liggen er her en der tussen de planten ovale zitstenen, welke doen denken aan de zakken meel uit vervlogen tijden. Het resultaat van het ontwerp is een tuin die stoer, industrieel maar ook levendig oogt en sterk met de seizoenen mee verandert.
De beplanting
In het beplantingsplan is gekozen voor robuuste vaste planten welke een lang seizoen aantrekkelijk zijn. De beplanting is zorgvuldig samengesteld om het hele jaar door aantrekkelijk te blijven; niet alleen in bloei, maar ook in structuur, bladkleur en de vorm van de zaaddozen. In de vroege lente verschijnen de eerste bloembollen, sneeuwklokken, waarna er een opvolging van soorten volgt van krokus en narcissen. De vaste planten nemen het daarna al snel over, waar de lange zomerse bloei start. De weelderige zomer brengt kleur en geur, terwijl in herfst en winter de silhouetten en zaadhoofden het beeld bepalen. Hierdoor verandert de tuin voortdurend met de seizoenen mee.
Naast bloembollen en vaste planten zijn er ook meerstammige bomen gebruikt. Door de aanwezige parkeergarage onder het maaiveld is de ruimte voor het wortelvolume beperkt. Door bomen toe te passen die hier in de opkweekfase op zijn voorbereid konden er toch exemplaren van omvangrijk formaat worden aangeplant om het geheel een volwassen aanzicht te geven. Deze combinatie zorgt voor een losse, natuurlijke uitstraling.
Complexe lokale omstandigheden
Een belangrijk onderdeel van de tuin is de toekomstbestendige opbouw. Een groot deel ligt boven op een parkeergarage, wat specifieke eisen stelt aan waterbeheer, bodemopbouw en gewicht. Om hierin tegemoet te komen is er gebruikgemaakt van een capillair irrigatiesysteem dat regenwater opvangt en geleidelijk weer afgeeft aan de bodem. Hierdoor is de tuin grotendeels zelfvoorzienend en blijft het inzetten van leidingwater minimaal. Naast een verkoelend effect helpt de beplanting ook om een deel van de hittestress af te vangen en dempt het hinderlijke geluiden; functies die in een dichtbebouwde stad als Leiden van grote meerwaarde zijn.